Niet architecten, pianisten of chef-koks, maar jullie, schrijvers, ik houd van jullie!

Een huis zonder boeken is een treurig huis. Al mijn boeken zitten nu in dozen verpakt. D.H. Lawrence ligt als enige nog op de kast, als troost. Bij het opruimen van mijn boeken kwam ik oude bekenden tegen. Schrijvers tegen wie ik lang geleden vaarwel heb gezegd.

Kader Abdolah is zo’n schrijver. Hij was de reden geweest dat ik de Volkskrant prefereerde boven NRC Handelsblad. Abdolah kon zijn vaderland Iran op de meest voortreffelijke manier beschrijven. Als er geen Kader Abdolah was geweest, zouden we Iran alleen kennen als het land van Ahmadinejad en ayatollah Khamenei…

Sinds eind jaren zeventig schreef Kader Abdolah columns voor de Volkskrant. In 2011 stopte hij met zijn wekelijkse column. Ook aan al het goede komt een eind – sneller dan je gewild zou hebben. Maar nog voordat Abdolah stopte met zijn columns, was ik al gestopt met het lezen van zijn werk.

Twee of drie jaar geleden gaf de heer Abdolah in Maastricht een lezing over zijn werk. Het zou over zijn nieuwe boek gaan, maar uiteindelijk gaf hij een lezing over zijn leven. Hij zag er die dag onberispelijk uit: kaarsrecht en blinkend in een donkergrijs pak, het golvende zwarte haar uiteraard net zo blinkend. En dan die volle witte snor. Imponerend. Kader Abdolah: er zit in hem een rockster en Dior-model.

Kader Abdolah, de luchtige verteller met dat zware accent. Verlangend naar zijn geliefde land Iran; dankbaar voor de kansen die hij in dit land heeft weten te benutten. Ik wachtte op een openbaring, maar die kwam niet. Ik was niet meer geïnteresseerd in Kader Abdolah. Dus zei ik definitief vaarwel.

Hallo Hemingway, Williams, Faulkner, Fitzgerald, Yates en alle anderen die mij verblijden met hun geschreven werken. Ik zie absolute schoonheid in die mannelijke schrijfstijl van Hemingway. Ik voel het verstikkende in de toneelstukken van Williams. Ik houd van het zuidelijke in het werk van Faulkner. Ik broed op de ingewikkeld in elkaar gezette zinnen van Fitzgerald. Ik deins voor banaliteit, maar niet voor Yates.

Ik ben Kader Abdolah dankbaar. Zonder hem zou ik de oversteek naar de wereld van Hemingway en anderen niet hebben gemaakt. Wat zou ik veel gemist hebben! Zelfs Nabokov, ik had hem niet willen missen. Van ieder werk leer ik een beetje, begrijp ik de wereld om me heen beter.

Zoveel werken van zoveel schrijvers. Soms doet het een beetje zeer dat ik slechts een fractie van al die boeken gelezen zal krijgen in dit leven. Welke werken wachten nog op mij om gelezen te worden?

Ik heb zo’n gevoel dat ik dit jaar Thomas Wolfe zal ontdekken. F. Scott Fitzgerald ga ik herontdekken. Het magnum opus van Norman Mailer wacht nog op mij. Met Oscar Wilde wacht ik nog even.

In Yoknapatawpha, daar is de grond in tweeën gespleten

Enkele dagen geleden stuitte ik op een artikel over de schrijver Richard Yates. Yates is een vergeten schrijver. Zijn boeken gingen over de banaliteit van de Amerikaanse middenklasse met hun bescheiden huisjes in de buitenwijken. Misschien beschreef Yates de sleur van het leven te realistisch, te confronterend met als gevolg dat lezers massaal wegvluchtten voor zijn werk. Niemand wil zijn eigen monotone leven teruglezen in een boek. Liever verhalen over dystopische samenlevingen dan dat betreurenswaardige bestaan in een doorsnee buitenwijk. Het debuutroman van Yates, Revolutionary Road, behoeft geen uitgebreide omschrijving om het verhaal uit te leggen: getrouwd, twee kinderen, in loondienst, een huisje met tuin in een buitenwijk, irritante buren, zwanger van derde kind, onstabiel huwelijk, vervlogen dromen van avonturen in het buitenland, één van de twee vertrekt. Eigenlijk wilde ik helemaal niet over Yates beginnen. Maar goede schrijvers die vergeten worden; dat is wrang.

Ik wilde eigenlijk beginnen met moeilijke schrijvers. Schrijvers die hun ingewikkelde gedachtegangen op papier hebben gezet en de lezer de taak opzadelen deze gedachtegangen te ontrafelen. Zo is Vladimir Nabokov een schrijver waar ik hard voor wil wegvluchten. Nog nooit heb ik het Nederlands woordenboek zo vaak hoeven te raadplegen als bij het lezen van Lolita. Zelfs met woordenboek erbij was de stijl van de Russische schrijver moeilijk te volgen. In het artikel over Richard Yates noemde de auteur van het artikel Nabokov een ”linguïstische acrobaat”. Geen betere omschrijving dan deze past de heer Nabokov. De liefde voor taal en details is overweldigend.

De term kafkaësk is te omschrijven als vervreemding van de samenleving, de onmacht van het individu zelf, en de macht van de autoriteit over het individu. Kafkaëske toestanden zijn heus niet zo prettig om in te belanden. De lijn tussen werkelijkheid en fantasie vervaagt. Wat kan geloofd worden, en wat niet? Maar de vraag is vooral waarom dit allemaal plaatsvindt. Waarom is het altijd zo koud en donker in de wereld van Kafka? Waarom moet de autoriteit hém hebben? Wat is het werk van Franz Kafka nou echt? Is het een vorm van intelligent surrealisme of een collectie van formele kindersprookjes?

Zonder waarschuwing springt hij van het ene onderwerp naar het andere. Van de ene verteller naar de andere. Van één zin bestaande uit honderden woorden, naar een hoofdstuk dat vijf woorden op papier heeft staan. William Faulkner is de naam: schrijver van literatuur en tevens schrijver van filmscenario’s. Meest bekend is hij van zijn schrijftechniek genaamd stream of consciousness. Als Hemingway de minimalist is, dan is Faulkner de maximalist. Niet minder is beter; meer en complexer is beter. Het werk van Faulkner is hoogstens vermakelijk. ADHD plus delirium met een accent van het zuidelijke Mississippi. Het is niet erg als Faulkner niet te doorgronden is: je begint eraan en ziet wel waar je eindigt. Faulkner, de Hollywood-scenarioschrijver. Faulkner, de Hollywood-scenarioschrijver die Hollywood minachtte. Hij was het allemaal.

Mijn moeder is een vis. Dat waren de vijf woorden van dat hoofdstuk uit het boek Terwijl ik al heenging.

Jullie zijn een verloren generatie

De roerige jaren twintig was een decennium van welvaart en optimisme. De Jazz Age deed zijn intrede met als gevolg dat vrouwen zich massaal verzetten tegen de heersende normen en waarden van die tijd. Niet alleen de rollen in de samenleving veranderden, ook nieuwe ontwikkelingen op het gebied van muziek, kunst, architectuur en wetenschap droegen bij aan het optimisme. De Eerste Wereldoorlog was achter de rug; de Grote Depressie en de Tweede Wereldoorlog moesten nog beginnen.

De jaren twintig bracht een nieuwe generatie schrijvers voort die samen de Verloren Generatie vormden. Ongetwijfeld behoorde Hemingway toe tot deze generatie. De schrijver die de lezer laat voelen wat een oorlog met de mens doet. In zijn debuutroman The Sun Also Rises populariseerde Hemingway de term Verloren Generatie. The Sun Also Rises vertelt over het pessimisme dat ontstaan is door de oorlog. Nihilistische gedachten domineren. De personages in het boek willen ontkomen aan de leegte in hun levens, maar waar ze ook gaan, de leegte achtervolgt hen.

In dezelfde literaire beweging was er nog een andere schrijver die zijn naam vestigde ten tijde van de roerige jaren twintig: F. Scott Fitzgerald. De welgestelde schrijver en zijn echtgenote belandden in de magische wereld van decadentie, buitensporigheid, frivoliteit en uiteraard extravagante feesten. Zijn bekendste boek The Great Gatsby beschrijft niet alleen hoe rijkdom gepaard gaat met hebzucht en hoe het roekeloze gedrag van jonge mensen leidt tot moreel verval. Fitzgerald laat vooral zien dat een leven zoals dat van de hoofdpersoon in zijn boek slechts mooi is aan de oppervlakte. De hoofdpersoon omringt zich met de mooiste mensen, draagt de duurste kleding, geeft de meest fantastische feesten. En toch kan hij de leegte in zijn leven niet opvullen.

Fitzgerald schreef over rijke mensen die uitbundige levens leidden. Tegelijkertijd toonde hij ook een hele nare, kwetsbare kant van deze mensen. Toeschouwers genieten van tragedie. De mens maakt het ook nooit gemakkelijk voor zichzelf: hij reikt altijd naar het onbereikbare. Hoe ontoegankelijker de flamboyante wereld van de rijken is, hoe groter het verlangen is bij de toeschouwer om deel uit te maken van deze wereld. Er is bewondering voor de levens van de rijken, maar wat de toeschouwer vooral wil zien is hoe rijke mensen ten onder gaan. De toeschouwer wil meer tragedie, meer kwellingen en meer roekeloosheid. De val geeft troost: ze zijn rijk, maar wel ongelukkig.

De Verloren Generatie was vooral een generatie van doelloos ronddwalen. Om een werk van de kunstschilder Paul Gauguin erbij te halen: Waar komen we vandaan? Wie zijn wij? Waar gaan we heen? En misschien ook wel: wat biedt dit leven je?

De bochten van de Tennessee

Laat boeken lezen als films. Ik houd van boeken en van films. Maar ik houd nog meer van boeken die lezen als een film. En waar ik misschien nog het meest van houd zijn de toneelstukken van Tennessee Williams die lezen als een onvolledige film.

Ik weet niet eens meer hoe ik bij Tennessee Williams terechtkwam. Zijn naam gaf hoogstwaarschijnlijk de doorslag: het deed me denken aan het woelige zuiden, de rivier Tennessee, Mississippi, de lijzige manier van praten. Tennessee Williams zag eruit zoals een schrijver eruit had moeten zien in zijn tijd: parmantig in pak, een zilvergrijs snorretje, een strakke zijscheiding en uiteraard de sigaret in nabijheid.

In Le Vieux Carré van New Orleans schreef Williams in 1946 het toneelstuk Tramlijn Begeerte. En nee, het verhaal gaat niet over een tram met de naam Begeerte. Beknopt gezegd vertelt Tramlijn Begeerte het verhaal van een emotioneel onstabiele vrouw en een tiran met een minderwaardigheidscomplex die handig inspeelt op haar geestelijke problemen. Overigens is dit toneelstuk ook verfilmd met vertolkingen door Vivien Leigh en Marlon Brando. Leigh speelde zichzelf, Brando was zeer overtuigend als doorgedraaid monster.
De agressieve, gewelddadige man heerst terwijl de vrouw zwak en afhankelijk is (van de man). De vrouwelijke hoofdpersoon kan de realiteit niet meer aan, dus valt ze terug op illusies die het leven ogenschijnlijk draaglijker maken. Zowel haar innerlijke als uiterlijke schoonheid is aan het vervagen, maar ze is ervan overtuigd dat ze nog steeds het onderwerp van begeerte is. De mannelijke hoofdpersoon is als een leeuw die op het juiste moment wacht om zijn prooi beet te nemen. Hij slaagt uiteindelijk met vlag en wimpel.

Mannen die macht hebben over de vrouw blijft een terugkerend thema bij het werk van Williams. Dit is hoe Williams zijn mannelijke personages neerzet: bullebakken van de hoogste orde. Dikwijls verwerkte Tennessee Williams zichzelf in zijn verhalen. Zo ging Tramlijn Begeerte eigenlijk over zijn eigen monotone, ellendige leven.

Negen jaar later verschijnt Kat op een heet zinken dak. Hier is de ”kat” weer de vrouwelijke hoofdpersoon. Een verhaal waarin de vrouw hopeloos toe moet kijken hoe haar echtgenoot afgepakt wordt door een dode vriend. De mannelijke protagonist is in ontkenning. Hij ontkent zijn vrouw en zijn zogenaamde huwelijk door toevlucht te nemen tot alcohol. De vrouwen in de toneelstukken van Williams zijn zo breekbaar, het is bijna meelijwekkend.

Alcoholisme, barbituraten, mentale instabiliteit, homoseksualiteit, depressie, de zwakke positie van de vrouw en zelfontkenning maken onderdeel uit van de toneelstukken van Williams. Zodoende staat het leven van Tennessee Williams in zijn toneelstukken beschreven.

Vanaf de jaren zestig kreeg de schrijver het hard te verduren: hij werd afhankelijk van alcohol en pillen. Hij stond zichzelf in de weg. En dat betekende het einde van een groot toneelschrijver.

Jeugdsentiment

Ik lees zodat ik de wereld om me heen beter kan begrijpen. Wat is empathie, apathie, ironie, spot, rouw, de dood, het leven, geluk? Waar wordt dit beter uitgelegd dan in de magische sprookjes van Hans Christian Andersen? Iedere keer als ik het boek opensloeg werd ik geleid naar een andere wereld. Bij wijlen wenste ik vurig dat ik niet meer terug hoefde te keren.

Het waren vrolijke tijden, totdat ik op een dag besloot dat ik te oud was voor sprookjes. Dit markeerde het begin van onstuimige tijden. Het was het begin van fases die nooit werden voltooid. Zomaar. Omdat ik me verveelde, of omdat de hang naar iets beters altijd aanwezig was.

Ik wilde deel uitmaken van de volwassen wereld. Dus ging ik boeken voor volwassenen lezen. Kinderlijke naïviteit behoorde tot het verleden, dit is de echte wereld.

Maar toen kwam ik enkele maanden geleden bij De veiling van nr. 49 van Thomas Pynchon terecht. Een slechte keuze. Ik werd weemoedig van al die complexiteit compact verpakt in louter 160 bladzijden. De woorden van Thomas Pynchon maakten mij lethargisch. Ik wilde weer voor even terug naar de eenvoudige wereld van vroeger, naar de wereld van een bijzonder konijntje.

Het boek De wonderbaarlijke reis van Edward Tulane gaf me een warm gevoel, zoals de sprookjes van Hans Christian Andersen dat deden. Het verhaal gaat over het porseleinen konijn Edward Tulane. Trots is hij op zijn uiterlijk, maar zijn hart is ijskoud. Nooit heeft hij van iemand gehouden. Edward Tulane vindt liefde namelijk bespottelijk. Liefde is iets voor zwakkelingen. Maar Edward gaat op reis en komt mensen tegen die hem liefhebben. Tijdens deze reis gaat langzamerhand het hart van Edward open. Hij voelt pijn in zijn porseleinen borstkas, berouw en uiteindelijk ook liefde.

Wanneer was de laatste keer dat je sprookjes of kinderverhalen hebt gelezen? Toen je kind was? Soms kom ik volwassenen tegen die de sprookjes van Hans Christian Andersen hard nodig hebben.

Pessimist

Iemand vroeg aan mij wat het woord ”pessimist” betekent. Ik antwoordde dat een pessimist een negatieveling is, het is de tegenpool van een optimist. Een pessimist is Ernest Hemingway die het leven beschouwde als een tragedie met maar één einde. Hemingway hield niet van zoetsappigheid, eerder van leed. Zijn boek met de hoopvolle titel The Sun Also Rises eindigt met melancholische leegte, A Farewell to Arms zegt niet alleen vaarwel tegen de oorlog: het zegt ook vaarwel tegen het leven.

Een Oscar Wilde-liefhebber zei ooit tegen mij dat hij de kracht er niet voor had om in de wereld van Hemingway te duiken. Hemingway’s werk is in de ogen van de Oscar Wilde-liefhebber ingewikkeld en zwaar. Ik daarentegen heb nooit Oscar Wilde gelezen, omdat ik niet over geduld beschik en ook niet echt een romanticus ben. Wellicht zijn wij onverenigbaar op dit vlak.

Desalniettemin, voor de onbeschroomde lezers onder ons verzeker ik jullie dat Hemingway prachtige boeken schrijft, boeken waarvoor je niet eens één keer het woordenboek voor hoeft te raadplegen. Heel wat anders is het uitbundige, abstracte taalgebruik van tijdgenoot Faulkner waarin lezers gemakkelijk kunnen verdwalen.

De kracht van Hemingway is dat wanneer je het boek uitgelezen hebt, je deel uitmaakt van het verhaal. Al het bittere, het tragische en het extatische is deel gaan uitmaken van jou. Echter, zoek nooit naar sporen van troost of hoop in de boeken van Hemingway. Vergeet niet dat deze schrijver een pessimist is die in niets anders gelooft dan de tragedie van het leven.